Aanscherping natuurbeheerplannen tot het halen van doelen
Indiendatum: 29 mrt. 2023
Op 7 maart 2023 heeft de Provincie Noord-Holland vier ontwerp-Natura 2000-beheerplannen vastgesteld [1]. De betreffende concept beheerplannen zijn voor natuurgebieden in veenweidegebieden voor de beheerperiode 2023-2029. Omdat de plannen nog de status van “ontwerp” hebben is er de mogelijkheid om een zienwijze in te dienen tot 27 april 2023.
Er worden verschillende waterkwaliteitsproblemen beschreven in deze gebieden. Hierbij is ook de brief van de minister van toepassing met de opdracht om Bodem en Water sturend te laten zijn in beleid en uitvoering [2]. In de ontwerp beheerplannen wordt echter uitgegaan van bestaande hydrologische maatregelen in veengebieden die niet voldoen aan het principe Bodem en Water sturend. Toch betreft het hier beheerplannen die vastgesteld worden tot 2029.
Naast dat het hoogheemraadschap waterkwaliteit- en waterkwantiteitsbeheerder is, is het schap voor delen ook eigenaar van het oppervlaktewater en verlandingsvegetaties.
Daarom heeft de fractie van de Partij voor de Dieren de volgende vragen:
- Wat is de rol geweest van Hollands Noorderkwartier bij de vorming van deze ontwerp beheerplannen?
- Ziet het college nog een rol voor zich bij de aanscherping van de plannen? Mede vanuit het perspectief dat HHNK ook wordt genoemd als financieringsbron voor een aantal KRW-maatregelen.
- De waterkwaliteit in deze Natura 2000-gebieden is slecht. Met de maatregelen uit de concept beheerplannen worden de KRW doelstellingen niet behaald. Daarmee voldoet het ontwerp beheerplan niet aan het HHNK waterplan 2022-2027 dat vermeld “In 2027 voldoet ons watersysteem aan de KRW-doelen”. Bent u het met ons eens dat in beheerplannen die lopen tot 2029 de doelstellingen van 2027 moeten zijn vastgelegd?
- In de concept beheerplannen wordt gesproken over inklinking en over onderbemaling in de veenweide gebieden van maximaal 40 centimeter. In de brief ‘Water en Bodem sturend’ wordt door het RLI een peil van 20 cm als optimum opgegeven voor de reductie van broeikasgassen. Op welk moment wordt deze norm van het RLI overgenomen in peilbesluiten?
- Verstoring van natuur en afkalving treed op door waterrecreatie. In de ontwerpen wordt de maatregel ‘toegangsbeperking t.b.v. recreatieve zonering’ genoemd. Onder welke voorwaarden kan het hoogheemraadschap beperkingen opleggen aan destructieve en verstorende activiteiten?
- Bent u voornemens om een zienswijze in te dienen, dat in deze plannen voldaan moet worden aan de doelstellingen om bodemdaling tegen te gaan, de Kaderrichtlijn Water in 2027 te halen en te voldoen aan de klimaatafspraken?
[2] https://open.overheid.nl/documenten/ronl-c35e65eba0903d738ae26dab222462337b0d8de7/pdf
Indiendatum:
29 mrt. 2023
Antwoorddatum: 2 mei 2023
Op 7 maart 2023 heeft de Provincie Noord-Holland vier ontwerp-Natura 2000-beheerplannen vastgesteld. De betreffende concept beheerplannen zijn voor natuurgebieden in veenweidegebieden voor de beheerperiode 2023-2029. Omdat de plannen nog de status van “ontwerp” hebben is er de mogelijkheid om een zienwijze in te dienen tot 27 april 2023.
Er worden verschillende waterkwaliteitsproblemen beschreven in deze gebieden. Hierbij is ook de brief van de minister van toepassing met de opdracht om Bodem en Water sturend te laten zijn in beleid en uitvoering. In de ontwerp beheerplannen wordt echter uitgegaan van bestaande hydrologische maatregelen in veengebieden die niet voldoen aan het principe Bodem en Water sturend. Toch betreft het hier beheerplannen die vastgesteld worden tot 2029.
Naast dat het hoogheemraadschap waterkwaliteit- en waterkwantiteitsbeheerder is, is het hoogheemraadschap voor delen ook eigenaar van het oppervlaktewater en verlandingsvegetaties.
Daarom heeft de fractie van de Partij voor de Dieren de volgende vragen:
Vraag 1.
Wat is de rol geweest van Hollands Noorderkwartier bij de vorming van deze ontwerp beheerplannen?
Antwoord
Het waterschap heeft een adviserende rol gehad in de vorming van de concept beheerplannen en met name kijkend naar de beheersactiviteiten van HHNK. Er is vooral gekeken of wij onze reguliere beheertaken kunnen blijven uitvoeren zonder dat er daarvoor vergunningen moeten worden aangevraagd. Hierbij gaat het met name over het baggeronderhoud. Het voorstel was om deze werkzaamheden op te nemen als een "vergunningsplicht vrijgestelde activiteit". Dit is niet in alle beheerplannen als zodanig meegenomen en hier hebben wij dan ook bezwaar tegen gemaakt.
Vraag 2.
Ziet het college nog een rol voor zich bij de aanscherping van de plannen? Mede vanuit het perspectief dat HHNK ook wordt genoemd als financieringsbron voor een aantal KRW-maatregelen.
Antwoord
Naar aanleiding van uw vragen hebben we vanuit het programma Gezond Water de vier natuurbeheerplannen tegen het licht gehouden. Dit heeft ertoe geleid dat we een aanvullende zienswijze gaan indienen, gericht op aanscherping van de plannen. In de zienswijze:
- Verzoeken wij de verdeling van verantwoordelijkheden binnen de KRW aan te passen. De provincie Noord-Holland heeft de KRW-doelen vastgesteld in het Regionaal Waterprogramma. De provincie heeft in dit programma ook eigen maatregelen geformuleerd.
- Verzoeken wij te vermelden dat de uitvoering van KRW-maatregelen een gedeelde verantwoordelijkheid is van meerdere partijen. Uitvoering van veel KRW-maatregelen in de betreffende Natura 2000-gebieden is de verantwoordelijkheid van terreinbeheerders en/of gebruikers van de percelen. HHNK heeft in het Maatregelenpakket Kaderrichtlijn Water/Gezond Water 2022-2027 (registratienummer 21.0938905) per maatregel de verantwoordelijke partij voor de uitvoering ervan benoemd. Voor de maatregelen die HHNK zelf uitvoert, of waarvan we de uitvoering door anderen stimuleren, zijn de eigen financiële middelen geregeld via de meerjarenraming en de begroting. Voor stimuleringsmaatregelen betreft dit een gedeelte van de werkelijke kosten en zal het overige benodigde budget door de aanvrager moeten worden ingebracht. Om latere discussie hierover te voorkomen vragen we de provincie om dit in de natuurbeheerplannen aan te passen.
- Nuanceren tekst over behalen KRW-doelen in 2027, zie antwoord op vraag 3
Vraag 3.
De waterkwaliteit in deze Natura 2000-gebieden is slecht. Met de maatregelen uit de concept beheerplannen worden de KRW doelstellingen niet behaald. Daarmee voldoet het ontwerp beheerplan niet aan het HHNK waterplan 2022-2027 dat vermeld “In 2027 voldoet ons watersysteem aan de KRW-doelen”. Bent u het met ons eens dat in beheerplannen die lopen tot 2029 de doelstellingen van 2027 moeten zijn vastgelegd?
Antwoord
In een paar van deze natuurbeheerplannen is onder het kopje "Kaderrichtlijn Water" een nuancering nodig over het behalen van de KRW-doelen in 2027. De KRW-doelen zijn afgeleid voor gebieden die groter zijn dan de betreffende Natura 2000-gebieden. Op die schaal zien we tot 2027 weinig kansen voor verbetering. Lokaal, in Natura 2000-gebieden, zien we echter wel kansen op een betere waterkwaliteit. Het idee is om deze gebieden te isoleren en daar betere omstandigheden te creëren. Hiervoor zijn maatregelen opgenomen in het Maatregelenpakket Kaderrichtlijn Water/Gezond Water 2022-2027. Samen met de provincie en terreinbeheerders bundelen we onze kennis, doen we onderzoek en werken we aan plannen hiervoor. Voor een nadere toelichting op onze KRW-aanpak verwijzen we naar de CHI-bijeenkomst van 7 juni a.s.
Vraag 4.
In de concept beheerplannen wordt gesproken over inklinking en over onderbemaling in de veenweide gebieden van maximaal 40 centimeter. In de brief ‘Water en Bodem sturend’ wordt door het RLI een peil van 20 cm als optimum opgegeven voor de reductie van broeikasgassen. Op welk moment wordt deze norm van het RLI overgenomen in peilbesluiten?
Antwoord
HHNK neemt het streefdoel van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in het peilbesluit op na een belangenafweging over dat peil in een gebiedsproces. Dat is wat de raad adviseert over de instelling van het peil en wat de Water en Bodem sturend brief ook beschrijft. Daarin staat dat we bewegen naar een grondwaterstand tussen de 20 en 40 cm onder maaiveld. In NPLG gebiedsprocessen wordt dit uitgewerkt samen met alle betrokken partijen waarbij HHNK het waterpeil beheert en niet de grondwaterstand. Het peilbesluit is vervolgens één van de concrete uitvoeringsuitkomsten van het NPLG gebiedsproces naast andere uitkomsten. Het Rli heeft het over een streefdoel. Een waterpeil van 20 cm onder maaiveld is een optimum en geen norm. In de meeste Natura 2000-gebieden beweegt het waterpeil zich al tussen de 0 en 40 cm beneden maaiveld (zie bijgevoegde droogleggingskaart van Natura 2000-gebieden in Bijlage 1).
Voor een groot deel van de Natura 2000-gebied voldoen de peilbesluiten van het hoogheemraadschap al aan de streefdoelen van het Rli. In de meeste onderbemalingen beweegt het peil zich tussen de 20 en 40 cm beneden maaiveld en zit daarmee aan de onderkant van de streefdoelen van het Rli maar voldoet wel aan de structurerende keuze van de Water en Bodem sturend brief.
Vraag 5.
Verstoring van natuur en afkalving treed op door waterrecreatie. In de ontwerpen wordt de maatregel ‘toegangsbeperking t.b.v. recreatieve zonering’ genoemd. Onder welke voorwaarden kan het hoogheemraadschap beperkingen opleggen aan destructieve en verstorende activiteiten?
Antwoord
Wij kunnen misschien op basis van oeverafkalving verkeersmaatregelen op het water nemen. Alle openstaande binnenwateren zijn volgens de Scheepvaartverkeerswet een scheepvaartweg voor openbaar scheepvaartverkeer. Dat betekent dat daar waar op ons water gevaren kan worden, het een openbaar vaarwater is. Volgens diezelfde wet is HHNK op aanwijzing van de provincie nautische beheerder van de wateren in de Natura 2000-gebieden. HHNK is dat trouwens voor alle poldersloten in het beheersgebied. Deze taak is op basis van de Scheepvaartverkeerswet (art 2, lid 3) gekoppeld aan de watersysteemtaak (waterkwantiteit en waterkwaliteit) van het waterschap. Verstoring van de natuur valt daar niet onder. Wij kunnen overwegen een verkeersbesluit te nemen om oeverafkalving te voorkomen wanneer deze afkalving de waterhuishouding belemmert of verstoort. In het waterrijke veenweidegebied is er voldoende water voor aan- en afvoer en berging en komt de
waterhuishouding door oeverafkalving niet (direct) in gevaar. Wij hebben daarom geen grond om maatregelen en voorwaarden te stellen. De provincie geeft ons ook geen middelen om deze taak uit te voeren en heeft deze taak in 2009 uit de reglement van bestuur gehaald. Formeel zijn wij geen nautisch beheerder maar volgens de Omgevingsverordening NH2020 wel weer.
Vraag 6.
Bent u voornemens om een zienswijze in te dienen, dat in deze plannen voldaan moet worden aan de doelstellingen om bodemdaling tegen te gaan, de Kaderrichtlijn Water in 2027 te halen en te voldoen aan de klimaatafspraken?
Antwoord
Zoals gemeld in de antwoorden op vraag 1, 2 en 3 dienen we een zienswijze in over vrijstelling van baggeronderhoud van een vergunningplicht en over enkele aspecten rond de KRW.
Interessant voor jou
Zorgen over uitbreiden van de gaswinning Middelie
Lees verder