Alle levende wezens horen vrij te zijn en naar hun aard te kunnen leven. Dat geldt ook voor dieren die in en rond het water leven. Het waterschap houdt daarom rekening met de belangen van alle dieren bij het ontwerpen, inrichten en aanleggen van dijken en het watersysteem. Dat gebeurt nu nog te weinig.
Dieren worden dan ook vaak de dupe van beslissingen die in het waterschap worden genomen, van muskusratten tot vissen. De Partij voor de Dieren vindt dat het waterschap in al zijn beleid de intrinsieke waarde en bescherming van in het wild levende dieren moet waarborgen. De dieren moeten zoveel mogelijk met rust worden gelaten. In plaats van het bestrijden van dieren die overlast zouden veroorzaken, kiezen we voor preventief beleid waarmee schade wordt voorkomen.
Het waterschap stelt ecologische en diervriendelijke werkprotocollen op. Er worden bindende afspraken met uitvoerders gemaakt over het opvolgen hiervan. Ecologen controleren hierop. Op deze manier worden dode vissen bij werkzaamheden voorkomen, zoals het geval is geweest in Purmerend
Het waterschap zet zich ook in voor het opheffen van de visstandbeheercommissies.
Zolang visstandbeheercommissies nog bestaan, neemt het waterschap het voorzitterschap op zich en worden natuur- en dierenbeschermingsorganisaties uitgenodigd om toe te treden. Nu bestaan ze enkel nog uit hengelaars en vissers. De taak van de commissies wordt om zich in te zetten voor biodiversiteit en natuurbehoud. Het waterschap krijgt de eindverantwoordelijkheid voor het beheer en de metingen van de visstand en voert deze zelf diervriendelijk uit.
Dijken en kades kunnen aantrekkelijke leefgebieden vormen voor sommige diersoorten. De Partij voor de Dieren vindt dat dieren hun leefomgeving mogen behouden. De mens mag in ieder geval door de manier waarop wij ons land inrichten geen overlast voor dieren veroorzaken, of moet daar oplossingen voor verzinnen. Waterveiligheid en dierenrechten zijn geen tegenstrijdige belangen waar tussen gekozen hoeft te worden.
Ook wordt er ingezet op het versterken van het ecosysteem om verspreiding van invasieve uitheemse soorten, zoals de Amerikaanse rivierkreeft, tegen te gaan: een robuust ecosysteem kan de komst van exoten beter aan en komt weer in balans.
In de rampenplannen van het waterschap worden zowel in het wild levende dieren als gehouden dieren meegenomen.
Medewerkers die vaak in het veld werken worden getraind om gewonde dieren te verzorgen en in veiligheid te brengen. Het waterschap bekijkt hoe het werk van opvanglocaties voor onder meer (water)vogels kan worden ondersteund.
In het droogteplan van het waterschap wordt aandacht besteed aan vissen. Hierbij valt te denken aan het evacueren van vissen bij het (dreigende) droogvallen van hun leefomgeving en het voorkomen dat vispassages gesloten worden om water te besparen.
Stop doden muskusratten
We zetten in op preventie en maatregelen om schade door de muskusrat of andere gravende dieren te voorkomen. Het uitgangspunt om gravende dieren te doden is dieronvriendelijk, wreed en onethisch. Jaarlijks worden nu nog tienduizenden dieren gedood door waterschappen. Dit gaat naar nul.
In plaats van de dieren te doden treft het waterschap diervriendelijke en duurzame preventieve maatregelen om kwetsbare dijken en kades te beschermen, zoals het aanbrengen van gaas en/of de aanleg van natuurvriendelijke oevers.
Zolang muskus- en beverratten nog worden bestreden wordt de verdrinkingsval onmiddellijk verboden. Bovendien worden ‘muskusrattenbeheerders’ weer gewoon muskusrattenbestrijders genoemd.
Het waterschap ontwikkelt detectiemethoden om graverij van dieren in dijken en kades op te sporen. eDNA, een methode om de aanwezigheid van soorten in water aan te tonen, is een kansrijke technologie hiervoor. De controles worden geïntensiveerd, zodat tijdig reparatiewerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd en de veiligheid gegarandeerd blijft. Muskusrattenbestrijders worden omgeschoold tot schadeherstellers.
Veilig maken van stuwen en gemalen
Het mogelijk maken van vismigratie krijgt prioriteit: de tienduizenden stuwen, gemalen, sluizen, dammen en waterkrachtcentrales in Nederland vormen obstakels in de natuurlijke trek van vissen. Jaarlijks worden in de gemalen miljoenen vissen verminkt of gedood, maar ook krabben, kreeften en kikkers worden slachtoffer.
Stuwen en gemalen worden visveilig gemaakt, bijvoorbeeld door het aanleggen van een vispassage, zoals bij het Helsdeur gemaal in Den Helder is gedaan. Uiteindelijk worden alle wateren van het waterschap zodanig verbonden dat er geen beperkingen zijn aan de migratie van vissen. Zolang het waterschap nog visrechten verhuurt, worden alle vormen van visserij verboden in de directe omgeving (300 meter) van vispassages en paaiplaatsen.
Veel vispassages werken niet door slecht beheer of onderhoud. Het waterschap stelt daarom beheer- en onderhoudsplannen op voor al zijn vispassages.
Voor waterkrachtcentrales hanteert het waterschap vispasseerbaarheid als een harde voorwaarde.
Onderwaterleven
Dieren die in het water leven, zoals vissen, zijn afhankelijk van het waterschap om te kunnen leven naar hun aard. Het waterschap faciliteert dat, omdat het deze dieren én de ecologische waterkwaliteit ten goede komt. In het bijzonder kan het waterschap een belangrijke rol spelen in het tegengaan van hengelen. Hengelen is, net als jagen op land, een vorm van tijdverdrijf ten koste van dieren. De Partij voor de Dieren wil daarom een verbod op hengelen.
Het waterschap stopt met de verhuur van zijn visrechten en met het inrichten van hengelplaatsen, of deze nu door belastingbetalers of op eigen kosten van de hengelaars worden aangelegd.
Het waterschap biedt voorlichting aan burgers over de nadelige gevolgen van hengelen voor dieren, natuur en milieu.
Hengelsportverenigingen worden nu nog ingezet voor kennis, onderzoek, monitoring en educatie van en over vissen. Deze organisaties handelen echter niet in het belang van vissen. Daarom gaat het waterschap deze taken overnemen, samen met natuurorganisaties.