Om intensieve landbouw mogelijk te maken en om bebouwd gebied droog te houden, wordt het waterpeil in het huidige beleid op veel plekken onnatuurlijk laag gehouden. Dit zorgt voor bodemdaling, waardoor het waterpeil nog verder verlaagd moet worden; een vicieuze cirkel die onhoudbaar en onbetaalbaar is. Bovendien zorgt de bodemdaling in veenweidegebieden voor hoge uitstoot van broeikasgassen: maar liefst 4% van de totale CO2-emissie (evenveel als twee miljoen auto’s). De Partij voor de Dieren wil het tij keren: de functie van het gebied (landbouw of natuur) moet volgen uit het waterpeil en niet andersom.
Het waterschap kiest voor dynamisch peilbeheer met hogere waterpeilen en grotere peilgebieden met minder versnippering. Waar dit kan, laten we water zo natuurlijk mogelijk afstromen. Dit is de belangrijkste maatregel tegen bodemdaling in veenweidegebieden.
Het waterschap helpt boeren bij het overschakelen naar andere landbouwmethoden die passen bij hogere waterstanden, bijvoorbeeld door omschakeling naar gewassen die goed in natte gebieden groeien (‘natte teelten’), zoals riet, lisdodde en cranberries. Daardoor hebben boeren ook geen last meer van ‘natschade’.
In de buurt van de zee kan verzilting van landbouwgrond optreden. Het watersysteem wordt niet langer doorgespoeld met zoet water om dit te voorkomen. Het waterschap gaat de landbouwsector aanmoedigen om over te schakelen naar gewassen die bestand zijn tegen verzilting.