Afval­water uit data­centers en kassen


worden geloosd op de sloot

Indiendatum: 14 okt. 2024

Op 12 september 2024 heeft HHNK een omgevingsvergunning afgegeven voor het lozen van brijn op het oppervlaktewater door ECW Warmte B.V. Deze is gepubliceerd op 16 september 2024 in het waterschapsblad. Lezende de vergunning blijkt het hier te gaan op het lozen van proceswater van datacenters en brijn afkomstig uit glastuinbouwbedrijven.

Over deze afgegeven vergunning heeft de Partij voor de Dieren de volgende vragen:

  1. Op welke manier is er getoetst aan het KRW verslechteringsverbod en aan de KRW doelstellingen voor 2027?

  2. Is het voor de waterkwaliteit niet beter dat het hemelwater van de datacenters rechtstreeks naar het oppervlaktewater stroomt?

  3. Voor het reinigen van de RO-filters wordt alleen toestemming gegeven voor 3 anti scalants middelen, waaronder P3-ultrasil 110. Het veiligheidsblad geeft aan dat “Milieuvoorzorgsmaatregelen : Voorkom aanraking met bodem, oppervlakte- of grondwater.” Klopt het dat door het waterschap toestemming wordt gegeven met deze vergunning dat het geloosd kan worden op het oppervlaktewater?

  4. Waarom wordt alleen in de maanden juli en augustus verplicht om te onderzoeken op gewasbeschermingsmiddelen in de lozingen? Mogen er geen gewasbeschermingsmiddelen in de andere maanden gebruikt worden in de kassen c.q. vinden er geen lozingen plaats in andere maanden?

  5. Na het afgeven van de vergunning wordt aan de vergunninghouder een monitoringsplan gevraagd, met hierin: de frequentie van de metingen, het effect van de lozing van anti scalant voor de waterkwaliteit en welke frequentie, meet- en analysemethoden gehanteerd wordt.
    1. Had dit monitoringsplan niet onderdeel moeten uitmaken van de vergunningsaanvraag?
    2. Vindt er een inhoudelijke toetsingsplaats van het monitoringsplan? Zo ja, waar wordt op getoetst?
    3. Als blijkt dat er een (tijdelijke) verslechtering is van de waterkwaliteit, wordt dan de vergunning ingetrokken?
    4. Is het geen taak van het waterschap om te monitoren c.q. om hier regels voor op te stellen?

  6. Op welke parameters wordt de verplichte jaarlijkse rapportage getoetst en waar wordt deze rapportage voor gebruikt?

  7. Klopt het dat Microsoft Datacenter Nederland B.V. al een milieuvergunning heeft die effluent verplicht af te laten voeren naar een erkende verwerker via tankwagens?

  8. Wordt ECW Warmte B.V. gezien als zo’n erkende verwerker van effluent?

  9. Waarom is er niet voor gekozen om de brijn, die door ECW Warmte B.V. ontvangen wordt, af te laten afvoeren via tankwagens naar een erkende verwerker?

  10. Er wordt aangegeven dat binnen 6 weken na datum van verzending bezwaar kan worden ingediend, zonder dat de vergunning erbij gepubliceerd is. Voldoet hiermee het waterschap aan de actief openbaarmakingsplicht uit de WOO?

  11. Bent u voornemens om de vergunning in te trekken?


Indiendatum: 14 okt. 2024
Antwoorddatum: 18 nov. 2024

Op 12 september 2024 heeft HHNK een omgevingsvergunning afgegeven voor het lozen van brijn op het oppervlaktewater door ECW Warmte B.V. Deze is gepubliceerd op 16 september 2024 in het waterschapsblad. Lezende de vergunning blijkt het hier te gaan op het lozen van proceswater van datacenters en brijn afkomstig uit glastuinbouwbedrijven.

Over deze afgegeven vergunning heeft de Partij voor de Dieren de volgende vragen:

  1. Op welke manier is er getoetst aan het KRW verslechteringsverbod en aan de KRW doelstellingen voor 2027?

    Antwoord:
    Het hemelwater afkomstig van de daken van het datacenter wordt
    gebufferd en gebruikt voor het bereiden van koelwater voor het
    datacenter. Daarbij ontstaat brijn dat op oppervlaktewater wordt
    geloosd. De lozing is getoetst aan de KRW (zie ook vraag 1).


  2. Is het voor de waterkwaliteit niet beter dat het hemelwater van de datacenters rechtstreeks naar het oppervlaktewater stroomt?

    Antwoord:
    Het hemelwater afkomstig van de daken van het datacenter wordt
    gebufferd en gebruikt voor het bereiden van koelwater voor het
    datacenter. Daarbij ontstaat brijn dat op oppervlaktewater wordt
    geloosd. De lozing is getoetst aan de KRW (zie ook vraag 1).


  3. Voor het reinigen van de RO-filters wordt alleen toestemming gegeven voor 3 anti scalants middelen, waaronder P3-ultrasil 110. Het veiligheidsblad geeft aan dat “Milieuvoorzorgsmaatregelen : Voorkom aanraking met bodem, oppervlakte- of grondwater.” Klopt het dat door het waterschap toestemming wordt gegeven met deze vergunning dat het geloosd kan worden op het oppervlaktewater?

    Antwoord:
    Het is juist dat de gebruikte hulpstoffen mogen worden geloosd.
    De anti-scalants bevatten geen zorgwekkende stoffen en zijn bij
    een juist gebruik niet milieubelastend. P3-ultrasil 110 is als product
    het meest milieubelastende anti-scalants. Het wordt sporadisch
    gebruikt, alleen als grondige reiniging van het membraan
    noodzakelijk is. De meest milieubelastende component in P3
    Ultrasil 110 is natriumhydroxide (NaOH), met ABM-indeling A1 en
    ABM-indeling A2 voor het preparaat. NaOH is een sterk basische
    stof die reageert met de te verwijderen stoffen van het membraan.
    NaOH wordt daarbij omgezet in een onschadelijk restproduct (zout
    of zeep). Het gaat feitelijk om de juiste dosering, waarbij niet meer
    natriumhydroxide wordt toegediend dan strikt noodzakelijk is, of
    bij overdosering, het afvalwater achteraf wordt geneutraliseerd
    (waarbij een onschadelijk zout ontstaat).

    Er is een tijdelijke vergunning onder voorwaarden verleend voor 3
    jaar. Een van de voorwaarden is het doen van onderzoek
    (voorwaarden vergunning). Zo wordt de restlozing nog nader
    onderzocht waarbij wordt nagegaan hoe de milieubelastinglozing
    verder kan worden beperkt (bijvoorbeeld het afvalwater van de
    meest belastende reinigingsstap opvangen en behandelen, of
    afvoeren naar een verwerker). Na afloop van het onderzoek wordt
    een nieuwe vergunning aangevraagd voor onbepaalde tijd.

  4. Waarom wordt alleen in de maanden juli en augustus verplicht om te onderzoeken op gewasbeschermingsmiddelen in de lozingen? Mogen er geen gewasbeschermingsmiddelen in de andere maanden gebruikt worden in de kassen c.q. vinden er geen lozingen plaats in andere maanden?

    Antwoord:
    Voor het krijgen van een indicatief beeld van de aanwezigheid van
    gewasbestrijdingsmiddelen in het grondwater zijn enkele metingen
    per jaar voldoende. De meetperiode is afgestemd op de
    aangegeven periode waarin het meeste gietwater wordt bereid.


  5. Na het afgeven van de vergunning wordt aan de vergunninghouder een monitoringsplan gevraagd, met hierin: de frequentie van de metingen, het effect van de lozing van anti scalant voor de waterkwaliteit en welke frequentie, meet- en analysemethoden gehanteerd wordt.
    1. Had dit monitoringsplan niet onderdeel moeten uitmaken van de vergunningsaanvraag?

      Antwoord:
      De monitoring maakt onderdeel uit van het onderzoek dat
      moet worden uitgevoerd. De opzet van het onderzoek is
      alleen in grote lijnen aangegeven in de vergunning en
      wordt nog nader uitgewerkt. Dit gebeurt in goed overleg
      met de vergunninghouder. De monitoring zal naar
      verwachting ook tussentijds moeten worden bijgesteld aan
      de hand van de verkregen onderzoeksresultaten.

    2. Vindt er een inhoudelijke toetsingsplaats van het monitoringsplan? Zo ja, waar wordt op getoetst?

      Antwoord:
      Het doel van de monitoring is om inzicht te krijgen in de
      milieubelasting van de lozing met betrekking tot de in de
      vergunning opgenomen parameters en van de actuele
      belasting van de restlozing van het de anti-scalants.

    3. Als blijkt dat er een (tijdelijke) verslechtering is van de waterkwaliteit, wordt dan de vergunning ingetrokken?

      Antwoord:
      Die bevoegdheid heeft het bevoegd gezag altijd maar is
      een zwaar middel. Eerst wordt bekeken op welke wijze
      alsnog aan de vergunningvoorschriften kan worden
      voldaan.

    4. Is het geen taak van het waterschap om te monitoren c.q. om hier regels voor op te stellen?

      Antwoord:
      De monitoring hangt nauw samen met de opzet van het
      onderzoek. Dit wordt nog nader ingevuld (zie ook antwoord
      onder a.).


  6. Op welke parameters wordt de verplichte jaarlijkse rapportage getoetst en waar wordt deze rapportage voor gebruikt?

    Antwoord:
    Zie antwoord 5 b. De rapportage wordt gebruikt om na te gaan of
    aan de lozingseisen wordt voldaan en om de milieubelasting te
    kunnen beoordelen


  7. Klopt het dat Microsoft Datacenter Nederland B.V. al een milieuvergunning heeft die effluent verplicht af te laten voeren naar een erkende verwerker via tankwagens?

    Antwoord:
    De gemeente Hollands Kroon heeft hiervoor vergunning verleend.
    Voor nadere informatie hierover verwijzen wij u naar de gemeente.


  8. Wordt ECW Warmte B.V. gezien als zo’n erkende verwerker van effluent?

    Antwoord:
    Het is een producent van koelwater en gietwater dat bereid wordt
    uit grondwater. Hierbij ontstaat brijn dat geloosd wordt en
    waarvoor vergunning is verleend. ECW is geen
    afvalstoffenverwerker.


  9. Waarom is er niet voor gekozen om de brijn, die door ECW Warmte B.V. ontvangen wordt, af te laten afvoeren via tankwagens naar een erkende verwerker?

    Antwoord:
    De kwaliteit van de brijn is erg goed (zoet).
    Brijn is over het algemeen juist erg zout omdat het gietwater in
    regio's met veel glastuinbouwbereid, zoals in het Westland, uit
    brak/zout grondwater wordt bereid. Bij de waterbank wordt zoet
    grondwater gebruikt. De brijn die bij de bereiding van gietwater
    ontstaat is nog steeds zoet (meteen chloridegehalte van 200
    mg/l). Het oppervlaktewater waarop geloosd wordt heeft een
    chloridegehalte van meer dan 1000 mg/l.


  10. Er wordt aangegeven dat binnen 6 weken na datum van verzending bezwaar kan worden ingediend, zonder dat de vergunning erbij gepubliceerd is. Voldoet hiermee het waterschap aan de actief openbaarmakingsplicht uit de WOO?

    Antwoord:
    Het publiceren van een beschikking, zoals bedoeld in artikel 3.3,
    tweede lid, onderdeel k, van de Wet open overheid is nog niet in
    werking getreden. Desondanks wordt momenteel al hard gewerkt
    om de publicatie van beschikkingen mogelijk te maken.


  11. Bent u voornemens om de vergunning in te trekken?

    Antwoord:
    De vergunning is voor bepaalde tijd verleend om de
    vergunninghouder de gelegenheid te geven de lozingssituatie
    nader te onderzoeken en zodanig aan te passen dat de minst
    milieubelastende productiewijze kan worden gevonden. Dat vergt
    enige tijd. Nadat hierover duidelijkheid is ontstaan wordt een
    nieuwe omgevingsvergunning aangevraagd en zal de huidige
    vergunning worden ingetrokken.